Hij kwam voor de eerste keer in mijn praktijk, met zijn geschiedenisboek onder zijn arm. Hij sloeg het boek open en zocht direct naar de vragen van de paragraaf waar ze op school mee bezig waren. Toen ik hem vroeg of hij kon vertellen waar het over ging, noemde hij wat flarden informatie en legde een paar begrippen uit. Ik vroeg hem waar het hele hoofdstuk over ging. “Uhm… Industriële revolutie”. “Weet je wanneer dit ongeveer was? En wat er voor en erna gebeurde?” Grote ogen, twijfel en “Geen idee.”
Bij het lezen van dit soort vakken gaat het erom dat je ziet hoe gebeurtenissen met elkaar verbonden zijn en welke betekenis ze hebben. Bij geschiedenis is het een aaneenschakeling van oorzaak-gevolg verbanden en chronologie. Als je dat niet weet, dan kun je eigenlijk niet anders dan losse feiten onthouden en hopen dat dat voldoende is om toetsvragen te kunnen beantwoorden. En na de toets ben je het meeste weer vergeten, omdat het “klaar” is.
Mijn eerste stap is altijd observeren. Wat doet een kind precies tijdens het lezen? Bij hem zag ik dat hij niet echt las, maar direct naar antwoorden zocht. Daarmee sloeg hij het eigenlijke doel over: de tekst en de situaties echt begrijpen.
Daarna geef ik wat eerste aanwijzingen bij het lezen. Ik leg uit welke verbanden belangrijk zijn bij geschiedenis en dat het enorm helpt om daar steeds naar te zoeken. Om dit te oefenen koos ik een kort fragment uit het boek. Samen lazen we het stukje, met de opdracht: wat gebeurt hier eigenlijk stap voor stap? Na het lezen gingen we daarover in gesprek, waarbij het niet de bedoeling was dat ik veel uitleg, maar dat we echt samen logisch gingen nadenken. Soms teken ik met een leerling de stappen, maar in dit geval was schematisch samenvatten prima.
Toen de chronologie op papier stond, konden we kijken naar verbanden. Wat was de beginsituatie, hoe was het eerst? Wat was de tweede situatie? En hoe kwam dat? Dat soort vragen helpen kinderen om informatie te ordenen en te begrijpen hoe gebeurtenissen samenhangen. Zo ontstaat begrip van het onderwerp, in plaats van losse feiten.
Om te kunnen controleren of je het echt begrepen hebt, is het handig om uit te leggen wat je hebt gelezen. Lukt dat? Heb je het gevoel dat je informatie mist? Zou iemand anders kunnen begrijpen wat je uitlegt? Deze jongen kwam een heel eind. Hij merkte dat hij de grote lijn wel begreep, maar ook hij dat hij iets had gemist zodat hij het niet helemaal goed kon uitleggen. Op die manier leerde hij zijn eigen begrip controleren en corrigeren. En van daaruit is het veel makkelijker om de informatie te onthouden en er logisch over te leren nadenken.
Tegelijkertijd houd ik de theorie in mijn achterhoofd. Een klein werkgeheugen maakt dat een kind snel details kwijtraakt, daarom helpt visualiseren. Moeite met ordenen kan betekenen dat hij alles door elkaar vertelt en dan zijn schema’s of stappenplannen belangrijk. Relationeel redeneren vraagt oefening: inzicht ontstaat als een kind actief nieuwe kennis verbindt met wat hij al weet en zoekt naar nieuwe betekenissen of logica.
Bij deze leerling werk ik op dezelfde manier als hij een boek moet lezen voor school en bij een wiskunde-opdracht die hij moet lezen. Het gaat om de herhaling van de metacognitieve kennis en vaardigheden: wat werkt voor mij als ik iets moet lezen?
In mijn begeleiding kies ik werkvormen die het lezen vertragen, zodat er tijd ontstaat om echt te kunnen begrijpen wat er staat. En de inspiratieboeken van LeesInzicht geven me makkelijk wat extra oefeningen. Een opdracht waarbij je werkt met de volgorde van gebeurtenissen of je kunt werken met een schema waarin oorzaak – gevolgverbanden zichtbaar worden kunnen helpen om het kind sterker te maken in metacognitieve kennis en vaardigheden. Deze oefeningen zette ik bij dit kind in:
Uitpluizen
Actief lezen zit in het uitpluizen van een tekst. Wat valt me op, wat denk ik daarbij, welke vragen roept het op? Wat zegt de titel mij en de afbeeldingen en wat vind ik ervan? Dan gaan we eerst kijken naar de woorden waar onze ogen op vallen. Wat vertellen die woorden ons? En dan gaan we pas “gewoon” lezen.
Door een paragraaf van geschiedenis uit te pluizen (en het verband te leggen met het hele hoofdstuk en de tijdvakken ervóór en erna), ontstaat een completer beeld van wat er in de tekst staat.
Geeltjes-oefening
Tijdens het lezen schrijft hij per stukje tekst een kernwoord of korte zin op een post-it. Zodra er een paar liggen, legt hij ze in volgorde neer op tafel en schuift hij net zo lang tot het verhaal klopt. Daarna laat ik hem hardop vertellen wat er gebeurt, terwijl hij de volgorde van de geeltjes volgt. Zo worden de chronologie en de oorzaak-gevolgverbanden zichtbaar zonder dat zijn werkgeheugen volloopt. Als er nieuwe informatie bijkomt, past hij de volgorde of formulering aan en controleert hij of het verhaal nog klopt met de tekst. Dit is een eenvoudige manier om te laten zien hoe lezen, ordenen en controleren samenkomen en waarom dat bij een vak als geschiedenis onmisbaar is.
Waarom
De geeltjes-oefening ontlast het werkgeheugen en dwingt tot ordenen in tijd en gevolg. Uitpluizen versterkt het bewuste lezen en het relationeel redeneren: inzicht ontstaat wanneer hij nieuwe kennis actief verbindt met wat hij al weet en zoekt naar nieuwe betekenissen of logica. In beide werkvormen blijft het gesprek over de tekst centraal: hij leert hardop denken, eigen keuzes onderbouwen en zijn begrip controleren. Dat is precies wat ik steeds wil oefenen, ongeacht het vak of het type tekst.
Zo ziet praktisch werken met LeesInzicht eruit. Het is geen methode, maar een manier van kijken en handelen die in elke leessituatie bruikbaar is. Steeds werk ik vanuit de kernvaardigheden visualiseren, verbinden en controleren, maar altijd in samenhang met de fundamenten waarop ze rusten: het werkgeheugen, het ordenen en verwerken van informatie, metacognitie en relationeel redeneren. Door die samenhang te benutten, ontdekken kinderen hoe ze betekenis kunnen geven aan een tekst, hoe ze inzicht ontwikkelen en hoe ze grip krijgen op hun eigen leesproces.
Klik hier voor een paar voorbeeldoefeningen uit het LeesInzicht Inspiratieboek Verbinden
Wil je alles leren over de LeesInzicht aanpak? Kijk dan eens naar deze E-cursussen
De oefeningen die ik hier beschrijf komen uit de LeesInzicht inspiratieboeken. Ik gebruik ze zelf dagelijks in de praktijk, juist omdat ze klein en flexibel zijn in te zetten. Het gaat nooit om een standaard werkblad dat een kind moet invullen, maar om een manier om samen te lezen, te tekenen, te ordenen en te controleren. In de boeken staat steeds kort uitgelegd waarom een oefening werkt en hoe je hem kunt aanpassen aan de situatie van een kind. Zo vormen ze voor mij een bron van ideeën die ik steeds opnieuw kan gebruiken, of het nu gaat om een tekst uit geschiedenis, een verhaal bij taal of een opgave bij rekenen.