Ik heb een bakje met losse woordkaartjes op mijn tafel staan. Leerlingen die bij mij komen voor het verbeteren van hun leesbegrip mogen er steeds twee pakken. En uiteraard moeten ze vertellen wat de twee woorden met elkaar te maken kunnen hebben. Begrijpen wat je leest vraagt van je dat je steeds verbanden herkent en nieuwe verbanden legt en daar is dit een leuke oefening voor! Omdat de kinderen “blind” de woorden uit het bakje halen, zijn het steeds twee compleet willekeurige woorden. In dit geval “schimmel” en “boek”. Wat kunnen die met elkaar te maken hebben?
Hier kwam de leerling mee: een oud boek kan schimmelen: grijze vlekken op de bladen en uiteindelijk zelfs gaten. Je hebt waarschijnlijk ook wel boeken over schimmels.
Prachtig toch?
Ik maakte de verbinding nog wat anders: een schimmel is een paard – het paard van Sinterklaas! En laat Sinterklaas nou ook een boek hebben 🙂
De leerling vervolgde: schimmel is ook een paddenstoel. Die zijn er vooral in de herfst. En als Sinterklaas in Nederland komt, is het ook nog herfst!
Welke connectie leg jij? Zet het hieronder!
PS: op BNNVARA is er een kennisquiz die draait om deze verbindingen, en die heet… “the connection“!