Begrijpend leestoetsen meten níet het leesbegip. Vorige week vertelde ik dat het best fijn is als een kind ziet dat hij een betere score haalt, maar in de basis is de manier van toetsen van leesbegrip heel vreemd. Er wordt enorm veel waarde aan gehecht bij het inschatten van leerpotentieel en het geven van het advies voor het VO, maar:
- Er spelen bij de toetsen te veel zaken mee die de scores negatief kunnen beïnvloeden (m.n. volgehouden aandacht en cognitive overload – wanneer moet je nou zó lang achter elkaar verschillende teksten lezen en vragen erover maken?)
- Het is mogelijk om een redelijke score te behalen door trucs toe te passen (“eerst twee antwoorden wegstrepen en dan tussen die andere twee kiezen”, “eerst de vraag lezen en dan het antwoord snel in de tekst opzoeken”) terwijl dat niets zegt over het lees- denk- en redeneervermogen van kinderen.
- De vraagstelling is vaak multi-interpretabel (mijn leesbegrip is echt heel erg goed, maar zelfs ik haal geen 10)
Bij “Begrijpend Lezen” gaat het helaas nog steeds heel vaak om het beantwoorden van vragen bij een tekst. En als het kind de goede antwoorden geeft, lijkt het alsof het begrijpt wat er staat. Maar is dat wel zo?
Begrijpen is niet hetzelfde als het juiste antwoord geven, het gaat om het denkproces dat daarachter zit.
In mijn praktijk zie ik (heel) grofweg drie “soorten” leerlingen:
- Kinderen die precies weten welke antwoorden van hen worden verwacht, maar die niet zelf kunnen uitleggen hoe ze daar gekomen zijn. Ze kunnen trucs toepassen die ze geleerd hebben (“eerst twee antwoorden wegstrepen en dan tussen die andere twee kiezen”, “eerst de vraag lezen en dan het antwoord snel in de tekst opzoeken”, “alles drie keer lezen”), maar dat zegt niets over of ze grip hebben op de inhoud. Dit zijn kinderen die op het VO vooral veel moeite hebben met vakken met veel tekst, zoals geschiedenis, aardrijkskunde en levensbeschouwing. Die bij een toets vooral moeite hebben met inzichtvragen en het formuleren van antwoorden op open vragen.
- Kinderen die het in de klas eigenlijk best goed doen, maar lage scores halen op de begrijpend-leestoetsen, omdat ze bij het toepassen van de trucs nét altijd de verkeerde kiezen. Of die een zwakker werkgeheugen hebben en toch eerst de vraag lezen (en steeds vergeten). Of die moeite hebben zich drie kwartier te focussen op teksten waar ze na de toets niets meer mee hoeven te doen.
- Kinderen die echt moeite hebben met leesbegrip. Die meestal niet weten wat je kunt doen om te begrijpen wat er staat. Die lezen vaak niet interessant vinden, te snel gaan om er maar af te zijn, die niet weten hoe ze kunnen nadenken en waar ze op kunnen letten.
En al deze dingen komen niet naar voren door te toetsen. Met de LeesInzicht-aanpak kijk ik daarom naar wat er gebeurt tijdens het lezen. Hoe denkt het kind? Welke verbanden legt hij, lukt het om dingen uit de tekst te visualiseren, leest hij actief genoeg en wat doet hij als hij iets niet snapt? En ook kijken we naar de cognitieve fundamenten: hoe zit het met het werkgeheugen en kan hij afgeleid relationeel redeneren? Weet hij eigenlijk wel wat voor hem werkt en kan hij informatie voldoende ordenen?
Ik gebruik de LeesInzicht test (geen toets!) en de relevante factorenkaart (die vind je in mijn boek) bij mijn observaties om de problemen in kaart te brengen en na verloop van tijd vul ik die opnieuw in om de vooruitgang te zien.
Begrip is te zien in het denkproces, niet in de antwoorden op vragen bij een tekst.
Wil je leren hoe je dit in jouw begeleiding of in de klas kunt toepassen?
Bekijk mijn cursussen → www.leesinzicht.nu/cursussen
