Wat heeft een ladder met spaghetti te maken? Een leerling uit groep 7 pakt deze twee kaartjes uit de woordenpot en kijkt me een beetje schaapachtig aan. “Eh… geen idee.”
We nemen de tijd. “Zou je kunnen bedenken hoe ze tóch iets met elkaar te maken hebben?”
Na even nadenken: “Je kunt spaghetti omhoog hijsen met een ladder als je het ergens bovenin wilt hebben.” Hij lacht zelf een beetje om het rare idee. Maar ik zie zijn ogen oplichten: hij snapt wat ik bedoel. We gaan samen verder fantaseren. Misschien is er een spaghetti-restaurant met tafeltjes op verschillende verdiepingen, en brengt de ober de borden via een ladder naar boven. Of misschien is het een spel: wie kan het hoogste torentje bouwen van gekookte spaghetti?
We lachen, maar ik leg uit waarom we dit doen. Begrijpen wat je leest vraagt van je brein dat het informatie ordent, dat het bij elkaar brengt wat bij elkaar hoort — en dat je het ook even kunt vasthouden terwijl je erover nadenkt. Daarvoor heb je je werkgeheugen nodig. En soms, als dat werkgeheugen snel volloopt, haken kinderen af of dwalen ze af, precies zoals bij het lezen.
In deze oefening trainen we dus niet alleen creatief denken, maar ook het vermogen om ideeën vast te houden, te combineren en door te denken. Precies wat nodig is bij het begrijpen van een tekst!