Leesbegrip wordt nog vaak aangeleerd zoals we een fietsband plakken: laten zien hoe het moet, daarna zelf proberen. Eerst de strategie voordoen, het kind nadoen — en dan zou het begrip vanzelf moeten komen. Maar nadoen is nog geen begrijpen. Het zorgt er misschien voor dat het kind de opdracht die direct volgt wel kan uitvoeren, maar hij leert er niet van hoe hij de strategie in een andere situatie zou kunnen toepassen.
Een kind ziet wat jij doet, maar niet wat je denkt. Het ziet het antwoord, maar niet hoe je daar kwam, terwijl dat nou juist nodig is.
Begeleiden betekent samen denken zichtbaar maken. Niet zeggen wat het kind moet doen, maar vragen wat het zelf dacht. Samen puzzelen: “Hoe weet jij dit? Wat deed jij toen je het niet begreep?” Niet invullen, maar uitpluizen.
Voordoen helpt, zeker maar het is niet genoeg. Begrip ontstaat als een kind leert herkennen hoe het eigen denken werkt.