”Een leerling uit groep 5 haalt twee kaartjes uit de woordenpot: sneeuw en robot. Ze kijkt me aan met een mengeling van verbazing en een beetje gêne. “Ehh… daar kun je toch niks mee?”
“Of misschien juist wel?” zeg ik. “Wat zou een robot met sneeuw te maken kunnen hebben?”
Na een korte stilte: “Nou… er bestaan vast robots die sneeuw kunnen opruimen. Zo met zo’n schep ervoor.” Haar gezicht klaart iets op. “Of een robot die sneeuwballen kan maken!”
We bouwen samen door. “Misschien een robot die sneeuwvlokken maakt in een fabriek?” stel ik voor. Ze knikt enthousiast. “Of eentje die sneeuwkanonnen bedient bij een skibaan!”
Ik pak het moment om te vertellen wat hier zo waardevol aan is. Begrijpen wat je leest betekent niet dat je alles in één keer snapt. Het is een proces. Je koppelt wat je net las aan wat je al wist. En terwijl je verder leest, vul je dat steeds een beetje aan, pas je het aan, breid je het uit. Begrip groeit in stapjes, net als in ons gesprek nu.
Ik teken een spiraal voor haar op papier. “Elke draai die je maakt, brengt je iets dichter bij het begrijpen van het geheel. Het werkt niet in één rechte lijn.”
Ze kijkt naar de spiraal en zegt: “Dus een beetje zoals we nu deden met die robot en de sneeuw?” Precies dat.
PS: in “LeesInzicht- van woorden naar wereld in het brein” leg ik uit wat de LeesInzicht-spiraal inhoudt.