heilig huisje (het; o; meervoud: heilige huisjes)
📘 subtiele misvatting die zó vanzelfsprekend lijkt, dat niemand zich nog afvraagt of het eigenlijk wel klopt.
In het onderwijs wemelt het ervan: hardnekkige overtuigingen, bekende werkvormen of populaire uitspraken die zo ingeburgerd zijn dat ze bijna onaantastbaar lijken. Maar als je er écht naar kijkt, blijken ze niet altijd te doen wat gedacht wordt.
Op deze pagina schuiven we voorzichtig de meubels aan de kant, zetten het raam open en laten we frisse lucht binnen. Niet om hard tegen het heilige huisje aan te schoppen — maar wel om bewust te kijken. Wat werkt nog wel, en wat mag misschien eens herzien worden?
Leesbegrip wordt nog vaak aangeleerd zoals we een fietsband plakken: laten zien hoe het moet, daarna zelf proberen. Eerst de strategie voordoen, het kind nadoen — en dan zou het begrip vanzelf moeten komen. Maar nadoen is nog geen begrijpen. Het zorgt er misschien voor dat het kind de opdracht die direct volgt wel kan uitvoeren, maar hij leert er niet van hoe hij de strategie in een andere situatie zou kunnen toepassen.Een kind ziet
Begrijpen gaat vanzelf als je het maar vaak genoeg voordoet.
Leesbegrip wordt nog vaak aangeleerd zoals we een fietsband plakken: laten zien hoe het moet, daarna zelf proberen. Eerst de strategie voordoen, het kind nadoen — en dan zou het begrip vanzelf moeten komen. Maar nadoen is nog geen begrijpen. Het zorgt er misschien voor dat het kind de opdracht
“Hoe vaker je begrijpend lezen oefent, hoe beter het gaat. Gewoon veel herhalen.”
Dus maken kinderen meer tekstjes met vragen. Nog een verhaaltje, nog een rijtje meerkeuzevragen. Klikken, nakijken, volgende oefening. Maar als het fundament wankel is — als een kind moeite heeft met informatie vasthouden, ordenen, verbinden — dan helpt meer oefenen niet. Dan blijft het kind proberen, zonder echt verder te