Dus maken kinderen meer tekstjes met vragen. Nog een verhaaltje, nog een rijtje meerkeuzevragen. Klikken, nakijken, volgende oefening.
Maar als het fundament wankel is — als een kind moeite heeft met informatie vasthouden, ordenen, verbinden — dan helpt meer oefenen niet. Dan blijft het kind proberen, zonder echt verder te komen. Herhaling zonder inzicht vergroot vooral de frustratie.
Begrip groeit niet door nog een extra werkblad, maar doordat het kind leert hoe het denken tijdens het lezen werkt. Door ruimte te nemen voor het puzzelen, voor het samen hardop denken, voor het controleren: “Klopt dit met wat ik net las?”
Meer vragen maken zonder dat het denkproces op gang komt, is als blijven fietsen op een lekke band. Begrijpen vraagt niet meer oefening, maar de juiste oefening.
Dat geldt ook voor digitale oefenomgevingen. Veel apps bieden kinderen herhaaloefeningen in de vorm van tekst + vraag, zoals Junior Einstein, Squla of Leestrein. Kinderen klikken op een antwoord, krijgen feedback (“goed/fout”), en gaan verder. Dat lijkt leerzaam, maar blijft vaak oppervlakkig. Ze oefenen met antwoorden geven, niet met begrijpen.
Pas als een app kinderen stimuleert om zelf verbanden te leggen, zichzelf vragen te stellen of hun denken te controleren, sluit het aan bij echt leesbegrip. Denk aan opdrachten als: “Wat snap je tot nu toe?” of “Wat klopt er niet in deze alinea?”
Het verschil zit niet in wát je oefent, maar hoe. Begrip ontstaat niet door herhalen, maar door het oefenen van denken.