📖 Onderbouwd
LeesInzicht is gebouwd op inzichten uit een grote hoeveelheid wetenschappelijke literatuur. Regelmatig lees ik een artikel opnieuw en soms kom ik mooie, nieuwe wetenschappelijke artikelen tegen. Die vertaal ik naar de praktijk, om remedial teachers, logopedisten, leesspecialisten en leraren te helpen.
Dit keer gaat het om een onderwerp dat vaak ingewikkeld blijkt: transfer bij leesbegrip. Hoe zorg je ervoor dat wat een leerling leert in de begeleiding ook werkt in de klas, bij andere vakken en bij de toets?
Waarom is transfer zo lastig?
Veel leerlingen passen wat ze geleerd hebben niet zomaar toe in een nieuwe context. Ze kunnen bijvoorbeeld tijdens de begeleiding keurig teruglezen of verbanden leggen, maar doen dat niet bij een aardrijkskundetekst of tijdens een toets.
Wetenschappelijk onderzoek bevestigt dat. Transfer vraagt méér dan strategieën aanleren. Het gaat om duurzame kennisopbouw en metacognitieve sturing.
Wat zegt het onderzoek?
In een grootschalige studie van Kim et al. (2023) kregen bijna 3.000 leerlingen in de VS een leesinterventie waarbij thema’s uit natuur en maatschappij centraal stonden. Doordat kennis en taal herhaaldelijk binnen die thema’s terugkwamen, verbeterde hun begrijpend lezen niet alleen op teksten die inhoudelijk verwant waren (near transfer), maar ook op teksten die verder afstonden van de thema’s (far transfer). Transfer was dus wél mogelijk – maar alleen als kennis, structuur en strategie systematisch werden opgebouwd.
Patton (2022) benadrukt dat leerlingen strategieën niet vanzelf meenemen naar nieuwe contexten. Het vraagt expliciete aandacht voor wanneer, waarom en hoe ze die strategieën gebruiken. Metacognitie speelt daarin een sleutelrol: leerlingen moeten leren reflecteren op hun leesproces en bewust keuzes maken om strategieën toe te passen.
Hoe vertaal je dit naar de praktijk?
Werk met thematische lijnen, zodat kennis en taal duurzaam worden opgebouwd.
Bespreek expliciet met leerlingen hoe ze strategieën ook bij andere teksten kunnen inzetten.
Gebruik metacognitieve vragen (“Wanneer helpt dit je? Wat doe je als je dit tegenkomt in een andere tekst?”) om transfer te bevorderen.
Wat betekent dit voor jou als specialist?
Als begeleider zie je misschien dat een kind tijdens jouw sessie een vaardigheid laat zien, maar dat die in de klas weer verdwijnt. Dit betekent niet dat je aanpak geen effect heeft, maar dat transfer een apart leerproces is dat bewuster ondersteund moet worden. Door te werken met kennisrijke thema’s én door metacognitie in te bouwen, vergroot je de kans dat leerlingen hun vaardigheden ook elders toepassen.
📄 Bronnen: