De jongen uit groep 6 pakt uit de woordenpot de kaartjes banaan en raceauto. āOh, die weet ik!ā roept hij meteen. āIn Mario Kart kun je uitglijden over een banaan, ook als je in een raceauto zit!ā Ik moet lachen. āJa, die is leuk! Kun je er nog meer bedenken?ā ...
Een kind leest een tekst en begint goed. Het eerste deel gaat soepel, maar ergens halverwege gaat het moeizamer. Soms stopt het kind om ineens veel te vertellen over het onderwerp (of heel iets anders) of leest hij vlugger dan eigenlijk kan door. Als je vraagt waar het over gaat, ...
