Bij de LeesInzicht aanpak versterken we de kernvaardigheden van het (begrijpend) lezen: visualiseren, verbinden en controleren. En dat doen we op een manier die het leesplezier versterkt. Onder meer door goede boeken te kiezen. Bijvoorbeeld deze!
Elvira vertelt waarom juist dít boek eruit springt.
Het Ministerie van Oplossingen in het kort
Nina is een meisje van 11 jaar. Haar vader is een postbode die op een dag een brief mee naar huis neemt. De brief is van Ruben die gepest wordt en hulp zoekt. Het is gericht aan het “ministerie van oplossingen”, maar zonder adres. Nina houdt van avontuur en ze besluit samen met haar vriendin Alfa zelf een “ministerie” op te richten om Ruben te helpen. Zo komen ze erachter dat er écht zo’n geheim ministerie heeft bestaan en dat hun oude buurvrouw daar iets mee te maken heeft…
In de verschillende “ministerie”-boeken lossen de kinderen met hun buurvrouw allerlei zaken op. In het geheim natuurlijk. In het strikte geheim!
Wat is er zo leuk aan?
Het leuke aan deze boeken is, dat het om herkenbare, normale kinderen gaat, die in spannende situaties terechtkomen. Het deed mij een beetje denken aan “de vijf” en “de vijf detectives” van vroeger, maar dan modern en met situaties die kinderen meer bekend voor kunnen komen.
De taal is niet betuttelend: er staan moeilijke woorden in, die binnen het verhaal worden uitgelegd. De verhaallijnen zijn goed en hebben verschillende plot-twists, waardoor het nooit saai wordt. En er staat, naast de spannende situaties, veel humor in. Heerlijke boeken!
Wat maakt het boek zo goed?
Veel van onze leerlingen hebben moeite met visualiseren tijdens het lezen. Ze zien eenvoudigweg weinig “plaatjes” in hun hoofd, zien er teveel waardoor ze afdwalen, of ze zijn zich er niet voldoende van bewust. Deze boeken zijn heel beeldend geschreven: het is daardoor makkelijker om je een eigen beeld te vormen van het verhaal. Ook wordt expliciet gebruik gemaakt van visualiseren in de boeken: mevrouw Vis vertelt over situaties in het verleden, waarbij ze de kinderen stimuleert om zó te luisteren dat ze in hun hoofd zien, horen, ruiken en proeven wat ze vertelt.
Mooi om als voorbeeld te gebruiken bij je uitleg 🙂